Het pedagogisch beleid is bedoeld voor ouders en pedagogisch medewerkers van Coccinelle. Via de ouderraad zal het proces, zoals beschreven in dit stuk, kritisch gevolgd worden.

Dit pedagogisch beleid moet je zien als een leidraad die, in de loop der tijd en door veranderende inzichten, kan worden aangevuld en/of bijgesteld.

Bij het opzetten van Coccinelle is ervoor gekozen om de besluiten zoveel mogelijk gezamenlijk te nemen. Daardoor ontstaat een groot draagvlak voor het beleid onder de pedagogisch medewerkers. Bovendien maken we dan optimaal gebruik van de verscheidenheid aan kennis die de pedagogisch medewerkers in huis hebben. En dat komt de kwaliteit van onze opvang ten goede! Op Coccinelle wordt er naast de vaste pedagogisch medewerkers ook gewerkt met invalkrachten en stagiaires. De stagiaires worden boventallig ingezet. Het MT is dagelijks aanwezig. Ook werken wij met een pedagogische coach. De inzet van deze coach draagt mede bij aan het verbeteren van de kwaliteit en werkzaamheden. Elke pedagogisch medewerker wordt jaarlijks minimaal 2 uur gecoacht. 

1. Visie van Coccinelle op de kinderopvang

 

Iedere pedagogisch medewerker heeft een bepaalde kijk op hoe kinderen zich ontwikkelen, wat kinderen aan zorg nodig hebben en welke normen en waarden voor kinderen belangrijk zijn. De manier van kijken en dus de visie van het team is bepalend voor de manier van werken. Op Coccinelle gaan wij ervan uit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen en dat doet hij/zij op zijn/haar eigen manier op basis van aanleg, talent en temperament. Ieder kind is uniek!

Bij de opvoeding van kinderen is het handelen van de opvoeder en de totale omgeving van essentieel belang. Duidelijkheid, voorspelbaarheid en het aangeven van grenzen vinden wij belangrijk voor een goede ontwikkeling van kinderen op Coccinelle.
Een team van vaste personen is bij ons dan ook een uitgangspunt: het zorgt ervoor dat er een gehechtheidrelatie kan ontstaan. Vanuit die basis van vertrouwen, oprechte geborgenheid kan een kind zich gaan ontwikkelen tot een eigen ik. Binnen het team streven wij naar balans op verschillende gebieden (zoals leeftijd, opleiding, ervaring, achtergrond).
Daarnaast is een prettige leefomgeving belangrijk. De lichte ruimtes zijn voorzien van goede akoestiek en klimaatbeheersing en sfeervol ingericht voor kinderen met daarbij voldoende uitdaging voor elke leeftijd.

2. Doelstelling

Aan ouders opvang bieden voor hun kind, in de leeftijd van 8 weken tot 4 jaar, waarbij:

  • Het verkrijgen en in stand houden van een plezierige en evenwichtige relatie tussen de pedagogisch medewerker en het kind. 
  • De kinderen de mogelijkheid krijgen zich te ontplooien op allerlei ontwikkelingsgebieden.

Een belangrijk uitgangspunt blijft dat dit op spelenderwijs gebeurd.

  • Dit gebeurt onder toezicht van een deskundig team met verscheidenheid aan kennis en in een speciaal voor kinderen ingerichte ruimte.

Deze worden vertaald naar vier pedagogische doelen geformuleerd door Marianne Riksen-Walraven:

  • Bieden van emotionele veiligheid in een gezonde en veilige omgeving.
  • Bevorderen van de ontwikkeling van persoonlijke competenties, zoals zelfredzaamheid en zelfstandigheid.
  • Bevorderen van de ontwikkeling van sociale competenties.
  • Socialisatie door overdracht van algemene waarden en normen.

2.1 Geborgenheid, vertrouwen en gezelligheid in een gezonde en veilige omgeving

Voor Coccinelle zijn er drie belangrijke aspecten die bijdrage aan emotionele veiligheid namelijk geborgenheid, vertrouwen en gezelligheid. Dit zijn drie aspecten die nauw met elkaar samenhangen. Hoe Coccinelle de samenhang tussen de termen ziet, lees je hieronder. 

Geborgenheid en vertrouwen
Coccinelle vindt het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen op Coccinelle.  Vaste pedagogisch medewerkers op de groep, structuur in de dagindeling, inspelen op de behoefte van het kind en zich laten ontwikkelen op zijn eigen mogelijkheden en beperkingen dragen bij om geborgenheid te kunnen bieden. Dit is onder andere te bereiken doordat pedagogisch medewerkers een vertrouwensrelatie op bouwen met het kind en de ouders.
Het gevoel van vertrouwdheid moet groeien. Het is een proces dat begint op de dag dat het kind voor het eerst op Coccinelle komt wennen. Kinderen moeten elkaar en de pedagogisch medewerkers regelmatig (minimaal twee hele dagen) zien om elkaar goed te leren kennen, want kinderen leren door herkenning. Vaste personen en patronen, oftewel structuur, zorgen voor hechting tussen kinderen en pedagogisch medewerkers. Het kind wordt op vaste dagen op een vaste stamgroep opgevangen. Op de stamgroep werken vaste pedagogisch medewerkers die tevens op vaste dagen werken. Daarnaast is een goede samenwerking tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders erg van belang. Voor ouders is het van belang wensen en behoefte ten aanzien van hun eigen opvoeding kenbaar te maken zodat de pedagogisch medewerkers hierop in kunnen spelen. Vanuit deze basis, de vertrouwensrelatie, streven wij ernaar om het kind zoveel mogelijk geborgenheid en veiligheid te bieden.
 
Gezelligheid
Coccinelle is een kleinschalig kinderdagverblijf en bevindt zich in een karakteristiek monumentaal pand. De sfeervolle ruimtes bieden gelegenheid voor een aangenaam en huiselijk klimaat. De pedagogisch medewerkers en het management kennen alle kinderen en ouders. Door de korte lijnen in communicatie ontstaat een persoonlijk contact waar kinderen en ouders zich welkom en gehoord door voelen. Op verschillende momenten van de dag wordt de tijd genomen naar elkaar te luisteren, samen te praten en grapjes te maken. Een fijn en gezellig ‘thuisgevoel’ is voor kinderen van groot belang om zich goed te kunnen ontwikkelen, ontplooien, fouten durven maken, grenzen verleggen, jezelf zijn ontdekken.
 
Gezonde en veilige omgeving
Alle ruimtes van Coccinelle voldoen aan goede veiligheidsnormen. De lichte ruimtes zijn voorzien van goede akoestiek en klimaatbeheersing en zijn sfeervol ingericht voor kinderen met daarbij voldoende uitdaging voor elke leeftijd. Dagelijks is er een huishoudelijk medewerkster aanwezig die de pedagogisch medewerkers ondersteund in de huishoudelijke taken. Om voor een gezonde en veilige omgeving te zorgen heeft Coccinelle een actueel gezondheid en veiligheidsbeleid waarin gezondheid en veiligheidsaspecten specifiek worden beschreven.

2.2 Zelfredzaamheid en zelfstandigheid

Om als mens zelfstandig te kunnen functioneren, moet je als kind in de gelegenheid gesteld worden om te leren. We stimuleren kinderen in activiteiten die ze aankunnen. Wij zijn actief in het vinden van mogelijkheden waarin kinderen hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid kunnen oefenen.

Tijdens de dagelijkse bezigheden op de groepen doen zich vele situaties voor, waarin de kinderen in de gelegenheid worden gesteld om hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid te oefenen. Zelfstandig eten, naar het toilet gaan, aan- en uitkleden maar ook vragen durven stellen. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen door ze kleine opdrachtjes te geven. Daarnaast streeft iedere pedagogisch medewerker ernaar om in haar groep vaste gewoonten te vormen met betrekking tot eetgewoonten en lichamelijke verzorging, afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het individuele kind.
Zelfredzaamheid is nauw verbonden met de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek: kinderen kunnen pas zelfstandig brood eten als ze in staat zijn om iets vast te pakken of kunnen pas een sok aantrekken als ze de arm/beencoördinatie beheersen.

Eigen tempo
Door kinderen goed te volgen in hun pogingen om iets nieuws te leren, kunnen we op het juiste moment aanmoedigen of praktische hulp bieden. We houden rekening met het eigen tempo en de eigen mogelijkheden van de kinderen. Het belangrijkste is het plezier van het kind wanneer het iets nieuws kan; wat uiteindelijk weer een bijdrage zal leveren aan het zelfbeeld.

2.3 Sociale en emotionele ontwikkeling

Om een kind te laten uitgroeien tot een mens met een positief zelfbeeld, is zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde van groot belang. We streven er dan ook naar om kinderen met respect voor hun verschillende emoties te benaderen.

Sociale ontwikkeling
Sociaal functioneren is een belangrijke vaardigheid die kinderen kunnen ontwikkelen op Coccinelle. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van een groepsgevoel, voor zichzelf kunnen opkomen en eigen verantwoordelijkheden kunnen dragen.
De situatie binnen Coccinelle geeft meer mogelijkheden tot contacten met andere kinderen dan de thuissituatie. De pedagogisch medewerkers zijn er dan ook op gericht om relaties tussen kinderen te ondersteunen. In de praktijk betekent dit dat ieder kind zijn eigen positieve plek heeft in de groep, dat de kinderen elkaar herkennen of naar elkaar lachen, samen grapjes maken, kleine confrontaties samen oplossen, praten, samen spelen, of naast elkaar spelen met hetzelfde speelgoed.
Kinderen leren ook veel door naar elkaar te kijken en elkaar te imiteren. Ook zorg voor elkaar is iets wat kinderen in de groep leren. Grote kinderen kunnen helpen voor het zorgen van de kleinere kinderen. Als een pedagogisch medewerker een kind troost komt een ander kind toekijken. De pedagogisch medewerker legt dan uit waarom een kind verdrietig is. Kinderen leren sociaal gedrag door voorbeelden. Kinderen moeten weten welke andere kinderen ze op een bepaalde dag kunnen verwachten. Dit kan op verschillende manieren binnen een groep gebeuren. Door o.a. foto’s van kinderen aan de wand te hangen en/of het welkomstlied in de ochtend waarbij de namen van de aanwezige kinderen genoemd worden. Ouders kunnen s ’morgens op het whiteboard de namen van de kinderen zien die op die dag aanwezig zijn.
De pedagogisch medewerkers zorgen op de groepen zoveel mogelijk voor gezamenlijke momenten. Samen fruit eten, drinken, zingen, maar ook elkaar iets geven of helpen en speelgoed met elkaar delen.
Groepsregels geven hierbij structuur en duidelijkheid; zoals niet gillen of rennen binnen of wachten op elkaar.
 
Emotionele ontwikkeling
Nauw verwant aan de sociale ontwikkeling is de emotionele ontwikkeling. Om contact te zoeken met anderen en zijn behoeftes aan de ander duidelijk te maken, is het van belang dat het kind zijn gevoelens kan uiten.
Kinderen kunnen zich op verschillende manieren uiten in hun emoties. Het gaat immers om intense gevoelens van boosheid, frustratie, angst en blijdschap. Wij vinden het van belang, ongeacht de gevoelens, dat deze serieus worden genomen.
Het gedrag wat het kind kan vertonen door bijvoorbeeld boosheid is echter niet altijd aanvaardbaar; bijvoorbeeld wanneer een kind boos is en dit op een ander kind afreageert door te slaan. De pedagogisch medewerker zal het kind dan corrigeren, verbaal of non-verbaal, en het kind mogelijk tot een andere manier van uiting laten komen. Op deze manier keur je nooit het kind en zijn gevoel af, maar enkel het vertoonde gedrag!
Pedagogisch medewerkers hebben een andere relatie met kinderen dan ouders thuis. Ouders hebben een affectieve, emotionele en spontane relatie met hun kinderen. Pedagogisch medewerkers gaan een meer “professionele relatie” aan met de kinderen, die overigens ook affectief is.

3. Opvoeding in de groep

Wanneer men bewust bezig is met het realiseren van het pedagogisch doel spreken we van pedagogisch handelen. De dagindeling van de groepen is de rode draad als het gaat om invulling geven aan het pedagogisch beleid.
Waarden en normen worden overgedragen en geïntegreerd door de structuur. Vaste regels en afspraken creëren helderheid voor ouders, pedagogisch medewerkers en kinderen.

3.1 Opvoeding in de groep

In de dagindeling wordt het pedagogisch beleid weerspiegeld. De beschreven dagindeling geeft aan hoe het er dagelijks in de groepen aan toe gaat. Wanneer er aanleiding toe is, brengen we hierin veranderingen aan. Omdat binnen de kinderopvang wordt gesproken over stamgroepen, dat zijn vaste leefgroepen met een eigen groepsruimte, kunnen de kinderen bij de activiteiten de stamgroepen verlaten. Op Coccinelle gebeurt dat bij o.a. feestdagen zoals bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerst, Carnaval en als de kinderen naar de tuin/park, het souterrain of gaan. Deze activiteiten worden op vooraf bepaalde tijden aangegeven.
De dagindeling geeft de inzage in de structuur van de dag. Binnen deze structuur is er tevens ruimte voor het ritme van een kind wanneer deze afwijkt. Bij bijvoorbeeld kinderen van 0-1 jaar is er meer individuele behoeften en daar moet op worden ingespeeld. Iedere baby heeft zijn eigen ritme en daarom zal het dagritme meer variabel zijn. Voor deze leeftijdscategorie is daarom een babybeleid tot stand gekomen.
 
Dagprogramma
Het dagprogramma wordt als volgt neergezet:

Ochtend

07.00 - 07.30

Vroege opvang

07.30-09.15

De kinderen worden gebracht. Er is een overdrachtsmoment. Voor ouders bestaat de gelegenheid om koffie/thee te drinken. Kinderen gaan vrij spelen.

09.15-09.30

De kinderen krijgen de gelegenheid om naar het toilet te gaan, speelgoed wordt opgeruimd. Fruithapjes worden klaargemaakt.

09.30-10.00

De kinderen gaan aan tafel. Er worden liedjes gezongen en er wordt fruit gegeten en water gedronken.

10.00-10.30

Mondjes en handjes worden gewassen. Kinderen worden verschoond of gaan naar het toilet. Sommige kinderen gaan naar bed. De andere kinderen kunnen vrij spelen.

10.30-11.15

Er wordt een gerichte activiteit aangeboden. Dit kan variëren van bijv. een boekje voorlezen, knutselen, buiten spelen of wandelen.

11.15-11.30

De kinderen krijgen de gelegenheid naar het toilet. De tafel wordt gedekt en het speelgoed wordt opgeruimd.

11.30-12.00

Lunch

12.00-12.30

Mondjes en handjes worden gepoetst, kinderen worden verschoond en naar bed gebracht.



Middag

12.30-14.00

Kinderen liggen op bed. De grote kinderen rusten met zijn allen op een groep. De kinderen die niet meer slapen en de kleintjes die in de ochtend al hebben geslapen kunnen lekker spelen.

14.00-14.30

Kinderen worden wakker en de yoghurt wordt klaargezet.

14.30-15.00

Er wordt yoghurt en sap gedronken en koekje, rijstewafel of liga gegeten.

15.00-16.00

Sommige kinderen gaan nog een keer naar bed.

16.00-16.30

Kinderen krijgen de gelegenheid om nog wat te drinken en de kinderen onder 1 jaar krijgen eventueel nog een groentehapje. De kinderen worden verschoond en gaan naar het toilet.

16.30-18.00

Kinderen worden opgehaald.

18.00-19.00

Verlengde opvang, met de mogelijkheid om warm te eten, (door de ouders meegenomen).

3.2 Normen en waarden, hoe gaat het in de praktijk?

Wij hechten veel waarden aan een gemoedelijke sfeer waar iedereen zich prettig en vertrouwd bij voelt.

Een kind kan niet opgroeien zonder waarden en normen. Iedere ouder is bezig met afwegen en afvragen in de opvoeding. ‘Wat gebeurt er als ik iets doe of nalaat?’
Maar niet alleen ouders dragen waarden en normen over, dat doet het hele referentiekader van het kind; waaronder ook Coccinelle valt. Ook op Coccinelle zijn verschillende waarden van belang. Bij waarden denken we na over wat waardevol is en welke waarden we vooropzetten. Normen zijn afgeleid van de waarden die we hebben en staan in dienst van deze waarden.
Graag zetten wij hieronder uiteen hoe wij onze normen en waarden in de praktijk brengen:

‘s Morgens uitzwaaien
Het brengen van het kind is een belangrijk moment van de dag. Het kind zal afscheid moeten nemen van zijn ouders. Sommige kinderen kunnen het moeilijk hebben met het loslaten van de ouder. De belofte dat het kind later op de dag opgehaald zal worden, stelt hem/haar niet altijd gerust: iemand die uit het zicht verdwijnt, kan in de ogen van het kind definitief weg zijn.

Het is van belang dat het kind weet dat de ouder vertrekt en dat dit niet onopgemerkt gebeurt. De pedagogisch medewerker zal het kind overnemen bij het weggaan van de ouder en vervolgens samen zwaaien. Verdriet bij het afscheid mag, een knuffel of eventueel een speentje kan hierbij helpen. Ook kan een pedagogisch medewerker het kind afleiden waardoor het zijn verdriet sneller vergeet. Dit proces kan bespoedigd worden door het afscheid kort te houden. Ook door onzekerheid van de ouders over het achterlaten van hun kind, bestaat de kans dat het kind meer moeite heeft met het afscheid nemen. Er is altijd een mogelijkheid, wanneer die behoefte er is, tot telefonisch contact met een van de pedagogisch medewerkers.

Eetmoment
Op de dag zijn er verschillende momenten dat kinderen aan tafel gaan om te eten. In het dagprogramma zijn vaste tijden voor de eetmomenten ingedeeld, dit biedt de structuur van de dag en is voor de kinderen voorspelbaar. Voor en na het eten worden de handjes en gezichtjes gepoetst door de kinderen zelf of door een pedagogisch medewerker. Het eetmoment is een gezamenlijk moment. Het eetmoment wordt begeleid door de pedagogisch medewerker waarbij het uitgangspunt is dat een kind niet alleen aan tafel zit. Het eetmoment is ook altijd een moment waarbij er liedjes worden gezongen en met de kinderen contact met de kinderen door verhalen met elkaar te delen. Eten moet een gezellige gelegenheid zijn. Het is belangrijk om aan tafel rust in te bouwen, dat er waardering is voor de maaltijd, dat er met de kinderen gepraat wordt, verhalen worden gedeeld en humor.
De kleinere kinderen zitten op de trip-trapstoel naast de pedagogisch medewerker, voor de veiligheid en het begeleiden van hand-mond coördinatie. Kinderen die komen wennen zitten ook naast een pedagogisch medewerker zodat het kind zich geborgen en veilig voelt.
Tijdens de maaltijd hanteren de pedagogisch medewerkers een aantal normen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de kinderen leren netjes te eten, niet proppen en van het bordje te eten. Ook is het belangrijk dat kinderen leren op elkaar te wachten.

Slaapmoment
Slapen is een dagelijks terugkerend ritueel op een kinderdagverblijf. Om alle indrukken en belevenissen van een intensieve dag op Coccinelle te verwerken, kan een rustperiode onontbeerlijk zijn.

Ieder zijn eigen slaapje
We kijken naar het slaapritme van het individuele kind. Het kan zijn dat een kind op Coccinelle, meer of minder slaapt dan thuis; afhankelijk van de invloed van de indrukken en belevenissen.

Elke groep heeft een eigen slaapkamer en we proberen het kind zoveel mogelijk in hetzelfde bedje te leggen. Wanneer een kind niet tot rust komt in de slaapkamer, waardoor het andere kinderen hun slaap ontneemt, proberen we het op een ander tijdstip nog een keer.

Slaapzak en knuffel
Veel kinderen op Coccinelle slapen in een slaapzak; door het bewegen worden vaak de dekens weggetrapt en door de slaapzak blijft het kind warm. De oudere kinderen slapen in een pyjama of T-shirt.
Veel kinderen maken gebruik van een speen en/of knuffel(s) van thuis. Een knuffel worden door het kind gevoeld als iets wat emotioneel met de ouders en thuis te maken heeft. Het zorgt voor een veilig en geborgen gevoel, waardoor het kind eerder tot rust kan komen. Belangrijk bij het naar bed gaan is de rust die van tevoren wordt ingebouwd.  Na de lunch worden er vaak boekjes gelezen, naar een hoorspel geluisterd op de grond bij de cd-speler of een rustige activiteit aangeboden. Het onderstoppen, aai over de bol of knuffel geven bij het kind is een belangrijk onderdeel voor het slapen gaan.
Zodra de kinderen wakker worden kunnen ze op de groep acclimatiseren met de knuffel of speen om weer met het ritme van het groepsgebeuren mee te doen.

Wiegendood
Wiegendood is helaas nog steeds een actueel onderwerp. Het kan zijn dat een kind een bepaalde houding heeft, waarin het graag slaapt. Wanneer een kind graag op zijn buik slaapt, zullen ouders hier toestemming voor moeten geven, middels een handtekening.

Altijd fris
Tenslotte: de bedden worden iedere week verschoond en de slaapkamers worden dagelijks gelucht.

Verschonen
Verschonen is een ritueel wat de gehele dag door terugkomt. Daarnaast zijn er vaste verschoonmomenten: voor en na het slapen en eten, voor het naar huis gaan. Verschonen is niet alleen een hygiënische aangelegenheid, maar tevens een één op één contactmoment tussen pedagogisch medewerker en kind. Tijdens het verschonen is er de gelegenheid om samen te praten of wordt er een liedje gezongen wat bijdraagt aan de o.a. de taalontwikkeling.

Zindelijk worden
Het kind geeft zelf aan wanneer hij toe is aan zindelijkheidstraining. Dit neemt niet weg dat ouders of Coccinelle hem/haar hierin kunnen stimuleren. We laten het kind kennismaken met het potje en later het toilet. Daarnaast werken wij met een beloningssysteem door bij elk plas of poepje een sticker uit te zoeken en deze op te plakken op zijn beloningskaart.
Een kind mag niet verplicht worden om op een potje te gaan zitten, het moet zelf willen! De zindelijkheidstraining kent vaste momenten. Deze komen overeen met de verschoonmomenten. Kinderen die aan het oefenen zijn lopen mee naar het toilet en hebben zelf de keuze of ze op het potje willen. Wanneer een kind daadwerkelijk zindelijk is, zal het zelf aan kunnen geven wanneer het naar het toilet moet.
En na het plassen …… handjes wassen!

Spelen
Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Spelenderwijs ontdekken kinderen zichzelf en de wereld om hen heen. Spelen draagt bij aan de ontwikkeling van hun lichaam, verstand, gedrag, taal, gevoel en fantasie.
Spel is een ruim begrip. Voor Coccinelle staat voorop dat het kind er plezier aan beleeft.
Iedere leeftijd heeft bepaalde kenmerken als het gaat om spelbeleving:

De baby…

…speelt hoofdzakelijk alleen, hij is nog vrij passief. De hersenen moeten zich nog gedeeltelijk ontwikkelen. Zijn spel is gericht op zintuiglijk plezier en bewegen. Het is ´bewegen om het bewegen´. De behoefte aan ‘echt’ speelgoed is er daarom nog niet. Alles kan speelgoed zijn. Na verloop van tijd gaan baby’s met hun eigen lichaam spelen. Brabbelen, geluidjes maken en mondbewegingen horen bij dit spel. Zij gaan uit zichzelf op ontdekkingstocht. Op de groepen is er dan ook materiaal aanwezig om naar te kijken, te luisteren, in beweging te zetten, te betasten en te beproeven.

De dreumes…

… speelt nog niet samen met, maar naast andere kinderen. De dreumes ontdekt spelenderwijs wat hij wel of niet met iets kan doen. Hij doet uiteindelijk datgene met de dingen waarvoor ze min of meer bestemd zijn. Dreumesen hebben elkaar voornamelijk nodig om elkaar na te bootsen. Voor zover ze elkaar betrekken in hun eigen spel wordt de ander spelobject.

De peuter…

… is sterk in ontwikkeling als het gaat om sociale vaardigheden. Ze hebben dus meer mogelijkheden om te kunnen spelen naast elkaar, maar soms ook al met elkaar. Zijn spel wordt ingewikkelder en krijgt steeds meer een bepaalde bedoeling. De peuter heeft niet meer alleen interesse in bewegend en zintuiglijk materiaal, maar ook constructie- en expressiemateriaal.

Spelen met begeleiding
Op Coccinelle komen alle spelbelevingen en interesses voor. Kinderen zien veel van elkaar en leren daardoor van elkaar. De rol van de pedagogisch medewerker in het spel is zorgen voor een veilige en vertrouwde omgeving! Daarbij is het belangrijk om leeftijdsadequaat te werken door bewust in te spelen op de ontwikkelingsgebieden van de kinderen, zowel individueel als in groepsverband.  De pedagogisch medewerker stimuleert, begeleidt en geeft het kind complimenten tijdens spel- en activiteitsituaties.
Wanneer een kind ouder wordt, zal de begeleidende rol verkleinen. Op deze manier zal het kind meer voldoening en zelfvertrouwen krijgen, doordat het iets helemaal alleen kan doen. De pedagogisch medewerker zal enkel ingrijpen wanneer er gevaar dreigt, de sfeer op de groep negatief wordt beïnvloed en/of andere kinderen in hun spel belemmerd worden.
Na het spelen wordt er samen opgeruimd. Door het opruimen leren de kinderen ordenen, sorteren en verantwoordelijkheid te dragen. Daarnaast zorgt een opgeruimde groep weer voor rust en uiteindelijk weer ruimte voor nieuwe activiteiten.

Samen spelen, samen delen
In een groep hebben kinderen veel tijd om samen te spelen, maar een kind heeft soms ook de behoefte even alleen te willen spelen. Coccinelle vindt dat kinderen hiervoor de ruimte moeten krijgen. Rust in het hoofdje en lijf, even lekker afzonderen van de rest, zijn momenten die Coccinelle belangrijk vindt voor het welbevinden van het kind.

Buiten spelen
Frisse lucht en daglicht is gezond voor ieder mens. Wanneer het weer het toelaat, gaan we elke dag minstens een keer naar buiten. We kunnen wandelen in het park, of spelen in de tuin van Coccinelle.
Wanneer we gaan wandelen, zitten de kinderen die nog niet kunnen lopen, of niet vlot lopen, in de wandelwagens. De kinderen die kunnen lopen, houden elkaars hand vast, of die van de pedagogisch medewerker. Ook heeft de pedagogisch medewerker altijd een mobiele telefoon bij zich. Wanneer zich een incident voordoet, kan er altijd contact opgenomen worden met Coccinelle.
Buiten in de tuin hebben de kinderen de gelegenheid om te fietsen, in de zandbak te spelen en zich helemaal uit te leven. De kinderen van 0-1 jaar gaan in een wandelwagen naar buiten of met mooi weer op een kleed in de tuin.

Belonen en Corrigeren
Belonen
Belonen wordt zowel verbaal als non-verbaal gedaan. Onder verbaal belonen verstaan wij een positieve benadering van het kind. Complimenten geven en stimuleren is dan ook in het handelen van pedagogisch medewerkers geïntegreerd. Het leren van normen en waarden kan immers alleen door het opdoen van een positieve ervaring.Ook non-verbaal kun je een kind belonen. Bijvoorbeeld door een aai over zijn bol of een glimlach.
Wanneer je in contact staat met een kind ontstaan er uiteraard ook weleens conflictsituaties.
Het zou niet goed zijn als deze er niet waren, er is namelijk sprake van een ‘leerproces van waarden en normen’. Als opvoeder ben je bezig met een voorbeeldfunctie en als kind ben je op zoek naar het ontdekken van grenzen.

Corrigeren
Als men aan conflicten denkt, komen er vaak negatieve associaties naar boven: duwen, trekken, afpakken, huilen, strijd, niet luisteren etc. Maar waar het vaak ook om draait bij kinderen is onduidelijkheid en het ontdekken van grenzen en …. Wat is daar nu zo negatief aan? Hoort dit niet bij ontwikkeling van een eigen ik?
Coccinelle vindt het dan ook van groot belang om voor het aangaan van een conflict, na te gaan waar het gedrag van het kind vandaan komt. ‘Waarom wil het kind niet drinken?’ Misschien kom je er wel achter dat het kind gewoon keelpijn heeft.
Natuurlijk is dit niet altijd het geval. Kinderen zijn bezig met het ontdekken van de wereld en hun plaats hierin: ’Wat kan ik wel, wat niet en waar ligt de grens’. Het valt niet mee om vanuit een situatie te komen waarin je rust en aandacht krijgt van je ouder, deze in een keer te krijgen van een ander en hem dan ook nog eens te moeten delen.

Aan de hand van een voorbeeld leggen we graag uit hoe wij het gedrag van kinderen corrigeren:

  • Ivo is met de poppenwagen door de groep aan het rijden. Marieke is ergens anders aan het spelen en ziet ineens Ivo voorbijkomen.’ He, dat is leuk,’ denkt ze. ‘Die wagen wil ik ook wel’. Marieke loopt naar Ivo en duwt hem opzij. De pedagogisch medewerkster kijkt hoe Ivo hierop reageert.
    Ivo kijkt Marieke even vreemd aan, maar na enkele seconden loopt hij op haar af en duwt haar terug. Ivo pakt weer de poppenwagen en loopt verder.

Wanneer zich een conflictsituatie op Coccinelle voordoet en het kind weet dat iets niet mag zullen we eerst proberen het gedrag te negeren. Op die manier zal het kind geen aandacht krijgen van de groepsleiding en zal het ‘spel’ minder leuk en interessant worden. Ook geef je een ander kind de gelegenheid om het zelf op te lossen, waardoor hij een voldaan gevoel heeft.

  • Marieke kijkt Ivo nu erg boos aan, dat had ze niet verwacht. ‘Ik wil die poppenwagen,’ denkt ze. Weer loopt ze naar Ivo en slaat hem. Ivo begint te huilen en Marieke schrikt van zijn reactie en kijkt angstig naar de pedagogisch medewerkers. Ze weet dat ze’ iets’ fout heeft gedaan. Een van de pedagogisch medewerkers loopt naar Ivo toe en troost hem Tegen Marieke zegt ze:’ Nee Marieke, je mag niet slaan, dan moet Ivo huilen, dat doet pijn. Geef hem maar een handje en dan kunnen jullie misschien samen met de poppenwagen rijden? Kom maar, samen achter de wagen.’

Soms is gedrag niet te negeren, met name wanneer er gevaar dreigt of het andere kinderen betreft. Afhankelijk van de bedoeling van het kind zal het gecorrigeerd worden. De pedagogisch medewerker laat dan zien op welke manier het ook kan, zonder dat er een conflictsituatie ontstaat.

  • Even lijkt het allemaal goed te gaan, maar na een rondje vindt Marieke het toch echt tijd worden dat Ivo even helemaal weggaat bij de poppenwagen. Ze slaat hem nogmaals en knijpt hem ook heel hard in zijn arm. Ivo is nu helemaal overstuur en Marieke…zij lacht en rijdt weg met de poppenwagen.

Tijd om boos te worden op Marieke. Wat ze nu heeft gedaan, kan echt niet en dat moet ook aan haar duidelijk gemaakt worden. De pedagogisch medewerker pakt haar op en zet haar even op de bank: ‘Marieke, ik vind het niet leuk dat je Ivo weer pijn doet. Blijf maar even op de bank zitten.’ De pedagogisch medewerker loopt weg en Marieke blijft beteuterd zitten.
Na enkele minuten komt de pedagogisch medewerker terug en vraagt aan Marieke of ze nu weer rustig kan spelen, zonder Ivo pijn te doen: ‘Ok? Vriendjes?’
De situatie liep uit de hand en de pedagogisch medewerker moest Marieke nu echt afremmen, door haar uit de situatie te halen. Op Coccinelle zal een kind op deze manier gecorrigeerd worden. Het kind mag op dat moment niet meer met het speelgoed spelen.
We vinden het wel belangrijk dat je niet Marieke als persoon afkeurt. Dit kun je voorkomen door enkel haar gedrag af te keuren: ‘Marieke, ik vind het niet aardig van je dat je Ivo slaat.’
Ook het belonen van een ander kind, kan het kind stimuleren tot het tonen van ‘correct’ gedrag.
Wanneer een conflictsituatie telkens terugkeert, overleggen we met de ouders. Door samen te observeren en één lijn te trekken als het gaat om corrigeren, geeft dit structuur en duidelijkheid aan het kind.

Activiteiten

Op Coccinelle worden verschillende activiteiten georganiseerd. Hierbij wordt er gezorgd dat er per leeftijdscategorie ingespeeld wordt op ontwikkelingsgebieden van het kind. Bij het kind van 0-1 jaar zijn de activiteiten meer gericht op het zien, horen en voelen. Wanneer het kind ouder wordt zal het meer uitgedaagd gaan worden op de creatieve ontwikkeling door het aanbieden van o.a. verschillende materialen. Verhaaltjes, versjes en liedjes dragen bij aan de taalontwikkeling van het kind. Bewegingsspelletjes en kinderyoga zijn voorbeelden van activiteiten die bijdragen aan motorische ontwikkeling. Deze activiteiten worden in verschillende vormen aangeboden, nl;

Thema- projecten
Elke groep verzorgt elk jaar een eigen thema (bijvoorbeeld ‘wie ben ik’, reis om de wereld’, ‘water’) waar zij samen met de kinderen aan werken. Tijdens de projecten wordt er leeftijdsadequaat gewerkt zodat elk kind wordt betrokken bij het project en wordt er ingespeeld op alle ontwikkelingsgebieden. Aan het eind van het jaar wordt het project gepresenteerd aan de ouders. De prestentatie wordt aangevuld met foto- en/of videomateriaal zodat het project visueel in beeld wordt gebracht. 

Souterrain
In het souterrain (de voormalige bakkerij van de Dominicanen) worden activiteiten voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar aangeboden. De activiteiten spelen meer in op de behoefte van de kinderen tussen de 2,5 tot 4 jaar.
Elke groep maakt minimaal één keer per week gebruik van het souterrain.
Er worden verschillende activiteiten aangeboden o.a.:
– Koken, er is een keukenblok waar kinderen op kinderhoogte aan kunnen werken.
– Bewegingsspellen en concentratiespellen.
– Liedjes en muziekactiviteiten.
– Knutselen met kosteloos materiaal of er kan aan grotere projecten gewerkt worden.

Muziek op schoot
Twee keer in de maand beleven de kinderen van Coccinelle veel plezier aan de komst van Ans Hofer, een gecertificeerde muziek docent.
Zowel de baby’s, dreumesen en peuters worden betrokken bij “Muziek op schoot”. Er wordt ingespeeld op actuele activiteiten van het jaar. Kinderen ontwikkelen zo een muzikale basis en het bevordert de sociaal- emotionele ontwikkeling van het kind, maar het gaat vooral om het plezier die de kinderen ervaren!

Project ‘Opa’s & Oma’s’
Een keer in de maand gaan zes à zeven kinderen vanaf 2,5 jaar naar het verzorgingstehuis Nijevelt waar zij een bezoek van ongeveer een uur brengen aan de ‘opa’s en oma’s’. Daar zingen ze samen liedjes of spelen o.a. met de bal, hierbij moet gedacht worden aan eenvoudige activiteiten. Belangrijk is dat de kinderen en de ouderen samen genieten.

Feest vieren
Het vieren van feesten hoort erbij! Feestvieren draagt bij aan het groepsgevoel en zorgt voor spanning en afwisseling. Tegelijkertijd leren de kinderen omgaan met hun eigen emoties zoals vrolijkheid, angst en verlegenheid. Over het algemeen worden de vieringen op een bescheiden wijze gevierd. Belangrijk vinden wij dat het gezellig is.

Traditionele vieringen
Op Coccinelle besteden we aandacht aan het vieren van verjaardagen en een afscheid, maar ook aan traditionele vieringen zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen waarin verschillende activiteiten zoals pietengym, een kerstlunch of paaseieren zoeken, worden aangeboden.
In de periode voor Sinterklaas, Kerst en Pasen besteden we aandacht aan het aankleden van de groepsruimtes. Samen met de kinderen worden de versieringen gemaakt. Ook zingen we liedjes en vertellen we verhalen rondom het thema.

Coccinelle dag
Jaarlijks wordt er in het derde kwartaal door de ouderraad, MT en pedagogisch medewerkers, een feestelijke Coccinelle dag georganiseerd. Op deze dag is het feest met allerlei activiteiten.

Verjaardag
Wanneer een kind jarig is, maken we een feestmuts en een aankondiging. Zo kan iedereen goed zien wie er jarig is en hoe oud het kind is geworden.
Met de ouders spreken we af hoe laat het feest wordt gevierd. Zij mogen natuurlijk bij dit feest aanwezig zijn. Het vieren van verjaardagen is immers niet alleen een spannende en belangrijke dag voor de kinderen maar ook voor de ouders. Foto’s mogen, met toestemming van ouders, gemaakt worden! De kinderen mogen op de groep trakteren. Kinderen mogen zowel een ‘gezonde traktatie’ als een taartje of cake trakteren. Tijdens het feest gaan alle kinderen aan tafel en we zingen verjaardagliedjes. Hierbij krijgen de kinderen ook ieder een muziekinstrument. Na het zingen krijgen ze sap en mag de eventuele traktatie uitgedeeld worden. Als afsluiting van het feest krijgt het kind een verjaardagscadeau van Coccinelle.

Wanneer een kind afscheid neemt van Coccinelle
Als een kind afscheid neemt op Coccinelle, wordt dit ook gevierd. Er breekt voor het kind een nieuwe en spannende periode aan. Hij kan deze dag afscheid nemen van zijn vriendjes, vriendinnetjes en de pedagogisch medewerkers. Ook is het voor de andere kinderen duidelijk dat het kind vertrekt. De pedagogisch medewerkers zullen zorgen voor een leuke herinnering, in de vorm van een afscheidsboek; met foto’s, plaksels en knutselwerkjes.

3.3  Groepssamenstelling

Coccinelle heeft twee baby- dreumesgroep van 0-2 jaar met maximaal 8 kinderen en twee groepen van 1,5 tot 4 jaar met maximaal 14 kinderen. Op elke groep werkt een team van vaste pedagogische medewerkers drie tot vier dagen per week. De vaste pedagogisch medewerkers van de groep overlappen niet met vrije dagen of vakantie. Hierdoor zorgt Coccinelle dat er altijd een vast gezicht aanwezig is voor de kinderen op de groep. Zodra de schoolvakanties beginnen en er minder kinderen zijn, kunnen twee groepen samengaan gelet de beroep- kindratio (BKR), waarbij er altijd een vaste pedagogisch medewerker van de desbetreffende groep aanwezig is. Een kind kan gebruik maken van een extra dag als de BKR op de stamgroep het toelaat. Wanneer er geen plaats op de stamgroep en het kind ouder is dan een jaar kan er uitzondering gemaakt worden op andere groep. In overleg tussen de pedagogisch medewerkers en ouders zal worden besproken of het kind kan aarden op de andere groep.

Coccinelle werkt met de rekenregels die opgenomen zijn in het Besluit kwaliteit kinderopvang.

De kwaliteitsregels van de wet Kinderopvang kunnen in de volgende situaties afwijken

  1. Ziekmelding(en)

De volgende stappen worden ingezet om een zo veilig mogelijke situatie te creëren:

  • Beschikbaarheid van invalkracht(en).
  • Inventariseren welke vaste pedagogisch medewerkers extra kunnen werken.
  • Inventariseren welke aanwezige pedagogisch medewerkers langer kunnen blijven werken.
  • Kinderen kunnen gebruik maken van andere stamgroep, waarbij toestemming wordt gevraagd aan ouders.
  • MT wordt ingezet.
  1. Bij een vrije dag van een pedagogisch medewerker en zieke pedagogisch medewerker binnen de groep.

De volgende stappen worden ingezet om een zo veilig mogelijke situatie te creëren:

  • Vaste pedagogisch medewerker van de groep zal gevraagd worden om extra te werken.
  • Pedagogisch medewerker binnen Coccinelle wordt ingezet waarbij gekeken wordt welke pedagogisch medewerker in de weken ervoor al op de groep heeft gewerkt of welke pedagogisch medewerker binnen het team de kinderen het beste kent?
  • Inventariseren welke aanwezige pedagogisch medewerkers langer kunnen blijven werken.
  • Op alle groepen is inzichtelijk gemaakt wat de kinderen eten/drinken/slapen.
  • Ouders worden op de hoogte gebracht.
  1. Een pedagogisch medewerker werkt alleen op de groep (kloppend met kindratio) en wil vrij of is ziek.

De volgende stappen worden ingezet om een zo veilig mogelijke situatie te creëren:

  • Vaste pedagogisch medewerker van de groep zal gevraagd worden om extra te werken.
  • Pedagogisch medewerker binnen Coccinelle wordt ingezet waarbij gekeken wordt welke pedagogisch medewerker in de weken ervoor al op de groep heeft gewerkt of welke pedagogisch medewerker binnen het team de kinderen het beste kent?
  • Inventariseren welke aanwezige pedagogisch medewerkers langer kunnen blijven werken.
  • Op alle groepen is inzichtelijk gemaakt wat de kinderen eten/drinken/slapen.
  • Ouders worden op de hoogte gebracht.

3.4  Drie uursregeling

In de kinderopvang wordt er gewerkt met de BKR. De BKR is de afkorting voor beroepskracht-kindratio. Dit betekent de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijke aanwezige kinderen. Op een dag mag er maximaal 3 uur per dag afgeweken worden van de BKR. Een kinderdagverblijf mag zelf bepalen welke 3 uur op een dag er wordt afgeweken van de BKR. Coccinelle kiest ervoor om tijdens het breng- en haalmoment van de kinderen af te wijken omdat de kinderen tijdens deze tijden verspreidt worden gebracht en gehaald. Ook wordt er afgeweken tijdens de pauze van medewerkers; er liggen op dat moment veel kinderen op bed. Elke groep wijkt tijdens deze uren maximaal 3 uur af.

Op elke groep werken twee tot drie pedagogisch medewerkers. Het MT is dagelijks aanwezig als achterwacht. De BKR wordt per dag bijgehouden door middel van een turflijst.

Vanaf 2022  hanteert Coccinelle de volgende 3 uurs regeling:

Op alle groepen werken dagelijks twee pedagogisch medewerkers. De BKR wijkt niet af tussen 8.00-8.15 uur, 9.00-12.30 uur, 14.00-17.30 uur en17.45-18.00 uur.

Tussen 8.15-9.00 uur ,17.00-17.45 uur en 12.30- 14.00 uur wijkt de BKR af. Tijdens deze tijden worden kinderen gebracht en gehaald en tussen de middag liggen de meeste kinderen op bed. Het Mt is aanwezig als achterwacht.

 

 

4. Samen opvoeden

Voor veel ouders is het niet eenvoudig om de stap te nemen hun kind te plaatsen op een kinderdagverblijf. “Het is nog zo klein, moet ik wel al gaan werken?” is een gedachte die door je hoofd spookt bij het nemen van zo’n beslissing.

Coccinelle vindt dat de opvoeding van het kind in handen blijft van de ouders. Wanneer een kind Coccinelle bezoekt, is samenwerking en afstemming van groot belang om de basis van de ouderlijke opvoeding te handhaven. De ouders en Coccinelle moeten dus van elkaar weten wat zij belangrijk vinden, om zo vertrouwen in elkaar te krijgen. Op die manier kan een kind zich binnen een sfeer van veiligheid en geborgenheid verder ontwikkelen.

Voorwaarden voor een goede samenwerking vinden wij:

  • Respect hebben voor elkaar
  • Vertrouwen hebben in elkaar
  • Luisteren naar elkaar
  • Vragen durven stellen
  • Overleg met elkaar
  • Duidelijkheid creëren en hierna durven vragen
  • Omgaan met opbouwende kritiek

4.1 De kennismaking

Wanneer er een plaats is voor een kind op Coccinelle, nemen we contact op met de ouders van het kind. We maken dan een afspraak voor een kennismakingsgesprek. Dit gesprek richt zich met name op de organisatorische aspecten van Coccinelle. Tijdens die ontmoeting worden de ouders rondgeleid en krijgen ze informatie over de ontstaansgeschiedenis en werkwijze van Coccinelle. Ook wordt er wat verteld over de groepen en wordt duidelijk gemaakt op welke groep uw kind geplaats wordt. Wanneer er nog steeds belangstelling is voor het plaatsen van het kind, maken we een afspraak voor een intakegesprek.

4.2 Het intakegesprek

Voorafgaand aan de plaatsing worden de wendagen vastgelegd en worden de ouders, samen met het kind, uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens het intakegesprek leggen we de basis voor een vertrouwensrelatie tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers.
Centraal binnen het intakegesprek staat de uitwisseling van informatie over de verzorging en opvoeding van het kind. Er wordt gevraagd naar de wensen van ouders om dit zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Al deze informatie nemen we op in een zogeheten ‘intakelijst’. Deze lijst komt vervolgens in het persoonlijke overdrachtsrapport van uw kind.
Het intakegesprek wordt geleid door de mentor van het kind op de groep. De mentor is een vaste pedagogisch medewerker van de groep. De pedagogisch medewerker (mentor) zal tijdens het intakegesprek aangeven dat zij de mentor van het kind is en daarmee het eerste aanspreekpunt is voor de ouders betreft het welzijn en ontwikkeling van het kind. Mocht de mentor van het kind langdurig afwezig zijn zal een pedagogisch medewerker van de groep het mentorschap (tijdelijk) overnemen. U wordt hiervan op de hoogte gesteld.  

4.3 De ‘wenprocedure’

De eerste kennismaking van het kind met Coccinelle is van groot belang voor alle partijen:

  • Voor het kind, om veilig en vertrouwd te raken met de pedagogisch medewerkers en omgeving;
  • Voor ouders, om te wennen aan de nieuwe situatie;
  • Voor de pedagogisch medewerkers, om een beeld te krijgen van het kind

Voor de wenperiode moeten al deze partijen dus ook goed voorbereid zijn. Een voorbeeld van een goede voorbereiding is dat wanneer een kind alleen nog borstvoeding heeft gehad, het thuis al oefent met de fles. Op die manier wordt het kind niet nog meer confronteert met de veranderingen. Een ander voorbeeld van een goede voorbereiding is het creëren van herkenning bij het kind als het gaat om slaap- of eetgewoontes, of het meegeven van een vertrouwde knuffel of speen.

Kort of lang wennen?
De eerste keer dat het kind komt wennen, zal het niet langer dan een half dagdeel komen spelen. De tweede wendag zal van 10.00 -16.00 uur zijn.
Bij het ene kind is de gewenningstijd kort, bij het andere kind wat langer. Wij weten uit ervaring dat we er toch de tijd voor moeten nemen. Forceren werkt nadelig voor het gewenningsproces. Het kind mag de tijd en ruimte hebben om zijn gevoelens en emoties te verwerken. Wij vinden het dan ook van groot belang dat de ouders tijdens de wenperiode steeds in de gelegenheid zijn om het kind eventueel op te halen. Het belang van het kind staat immers voorop!

Samen wennen
Op Coccinelle zijn pedagogisch medewerkers werkzaam, die ervaring hebben met de wenprocedure. We weten dus dat het voor de meeste ouders ook wennen is om het kind op een kinderdagverblijf achter te laten. Daarom vinden wij het gewenst dat ouders en pedagogisch medewerkers, tijdens de wenprocedure, telefonisch contact onderhouden om te laten weten hoe het met het kind gaat.
 

4.4 De overdracht

Wij vinden het belangrijk om alle kinderen in hun ontwikkeling te volgen. Iedere ochtend wanneer een kind gebracht wordt, vindt er een mondelinge overdracht plaats. Ouders vertellen de bijzonderheden die er gebeurd zijn, zodat de pedagogisch medewerkers in kunnen spelen op de belevingswereld van het kind. Ook wanneer het kind wordt opgehaald is er een mondelinge overdracht. Deze kan ondersteund worden door de overdrachtsmappen. Wanneer kinderen naar de verlengde opvang gaan en ouders hen daar ophalen, zorgen we voor overdracht via het ‘verlengde opvang rapportage schrift’.

Schriftelijke/mondelinge overdracht
Voor kinderen tot een jaar is er een schriftelijke vorm van rapportage en wanneer een kind boven een jaar net geplaatst is op Coccinelle, zal er de eerste drie maanden ook een schriftelijke vorm van rapportage plaatsvinden. Dit doen we in de vorm van overdrachtsmappen. Ieder kind heeft zijn eigen map waarop slaap-, eet- en drinkpatronen zijn weergegeven. Ouders vullen deze ’s morgens in en de pedagogisch medewerkers zorgen voor aanvulling gedurende de rest van de dag.
Deze vorm van rapportage vinden wij belangrijk, doordat op deze manier het ritme van het kind zichtbaar wordt en eventuele problemen kunnen worden gesignaleerd. Denk bijvoorbeeld aan te weinig drinken of onregelmatige ontlasting.
 
Oudergesprekken
Om de twee jaar zijn er oudergesprekken in de vorm van 10- minutengesprekken. Tijdens deze oudergesprekken wordt de algemene ontwikkeling van het kind besproken. De ontwikkeling van het kind wordt gevolgd aan de van hand de observatieboekjes ‘Zo beweeg ik, Zo praat ik en Zo doe ik’. Deze observaties worden tweemaal per jaar door de mentor van het kind uitgevoerd. Het observeren blijft wel een momentopname, dit houdt in dat alles wat een kind op het dagverblijf doet niet altijd thuis doet en andersom. Ook kan het voorkomen dat een kind nog iets niet doet wat hij volgens de ontwikkelingslijn wel zou moeten kunnen. Dit is niet altijd reden voor zorgen. Mochten er toch bijzonderheden opvallen in de ontwikkeling van het kind zal de mentor dit met de ouder bespreken. Ouders kunnen ook op eigen initiatief een gesprek aanvragen. Indien ouders geen observatie wensen is dat uiteraard ook mogelijk.

Overdracht van baby- dreumesgroep naar de dreumes-peutergroep
Wanneer een kind op de baby- dreumesgroep 1,5 tot 2 jaar is mag het kind doorstromen naar de dreumes-peutergroep. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht per wanneer het kind overgaat, welke pedagogisch medewerker de mentor wordt en wanneer het overgangsgesprek plaatsvindt. Het kind wordt vervolgens zorgvuldig begeleid naar de peutergroep. 

Overdracht naar de Basisschool
Coccinelle geeft niet standaard kind-informatie aan de basisschool en/of buitenschoolse opvang wanneer een kind een overgang maakt. Een ouder maakt zelf de keuze op welke manier het kind een start maakt; met of zonder voorkennis en dossiervorming. Alleen wanneer een ouder toestemming geeft wordt kind-informatie overgedragen. Wanneer een ouder graag een overdracht ontvangt kan dit zowel mondeling als schriftelijk aangegeven worden bij de pedagogisch medewerkers op de groep. Coccinelle maakt voor de overdracht gebruik van ‘Alle kinderen in beeld’. De vaste pedagogisch medewerker (mentor van het kind) zal het document invullen en bespreken met de ouder.

Observeren en signaleren
De ouders worden op de hoogte gehouden over de ontwikkeling van het kind. Soms kan het zijn dat er vanuit Coccinelle en/of ouders een hulpvraag ontstaat rondom een kind en dat er zorgen zijn over de ontwikkeling. Als de pedagogisch medewerkers zich zorgen maken om een kind zal een systematisch plan gevolgd worden:

  1. De mentor van het kind signaleert problemen of maakt zich zorgen.
  2. De mentor van het kind brengt de leidinggevende op de hoogte. Er wordt geobserveerd aan de hand van observatielijsten en ouders worden geïnformeerd.
  3. Er wordt een gezamenlijk plan van aanpak gemaakt.
  4. De bevindingen worden met de ouders besproken. Vanuit dit gesprek wordt gekeken of er professionele hulp ingeschakeld moet worden. Het kan gaan om een orthopedagoog vanuit Coccinelle maar ook andere instanties kunnen worden benaderd zoals buurtteams.
  5. Hieruit komt een conclusie naar voren met daarbij behorende adviezen. De uiteindelijke keuze en verantwoordelijkheid ligt bij de ouders.

Medewerkers zullen passend bij hun ervaring getraind worden in het observeren, signaleren en bespreken van problemen van- of zorgen over kinderen. Hiervoor heeft Coccinelle een orthopedagoog in huis. Voor de dagelijkse vragen kunnen zij terecht bij het management.
Wij hanteren het protocol kindermishandeling en seksueel misbruik van de branchevereniging kinderopvang.

4.5 Beroepskrachten in opleiding, stagiaires en vrijwilligers

Coccinelle biedt zich aan als leerbedrijf. Een beroepskracht in opleiding of een stagiaire wordt gedurende de stageperiode boventallig op een groep ingezet en begeleidt door een vaste pedagogisch medewerker van de groep en leidinggevende. Een beroepskracht in opleiding of stagiaire voert onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers verzorgende en begeleidende taken uit tijdens de dagelijkse activiteiten op de groep. De verantwoordelijkheid in taken wordt opgebouwd en uitgebreid (afhankelijk van het niveau) en de leerling krijgt de gelegenheid om de competenties van een pedagogisch medewerker eigen te maken.
Daarnaast biedt Coccinelle beperkt snuffelstages aan. Tijdens deze stage staat het kennis maken met het vak centraal. De leerling wordt tijdens de stageperiode op de groep begeleidt door een vaste pedagogisch medewerker. De leerling kan ‘proeven’ van de praktijk en krijgt daarbij alleen kleine taken, zoals bijvoorbeeld een puzzeltje maken met een kind of een licht huishoudelijk taakje zoals de afwas.
Coccinelle werkt niet met vrijwilligers.